vrijdag 27 januari 2017

Onze liefste buurman....




 De afgelopen jaren zijn er veel blogs verschenen op een website waar ik inmiddels niet meer voor schrijf. Mijn blogs zijn verwijderd, maar ik heb ze gelukkig nog. Sommige blogs mogen niet verloren gaan, dus plaats ik ze hier. Volg je me al op Facebook? Daar vind je de links naar mijn meest recente blogs!

28-08-2014


“Ze gooien die spullen gewoon in de container!” roept Dunya geschrokken. We staan bij de fiets en ik probeer mijn slot open te krijgen. Een beetje duizelig van het bukken kom ik overeind en kijk naar Dunya die verontwaardiging uitstraalt. “Welke spullen?” vraag ik nog, terwijl ik tegelijkertijd het antwoord weet. “De spullen van Martijn!” roept ze. Ik draai me weer om naar Dunya en spoor haar aan om op de fiets te stappen. Niet blijven kijken, dat willen we echt niet zien. Mopperend stapt ze op haar fiets. “Ik vind het stom dat Martijn overleden is!”

Haar liefste buurman
De dag na Pinksteren krijgen we het bericht dat onze buurman plotseling overleden is door een ongeluk. Ik sta in de deuropening en ben totaal verbijsterd. In mijn herinnering zeg ik op dat moment helemaal niks, ben ik sprakeloos, maar Dunya heeft wel meteen een antwoord paraat. “Hij is mijn liefste buurman!” zegt ze tegen zijn broer. Die knikt, want hij kent ons wel. “Dunya heet je toch?” Zij was ongetwijfeld zijn liefste buurmeisje.

De katten
We doen de deur dicht en ik kijk Dunya aan. Wat nu? Ik krijg een ingeving: “Wil je een tekening maken voor Martijn?” vraag ik. “Dan kun je bijvoorbeeld tekenen over de poezen”. Ze knikt. Ik geef haar een vel papier en kleurpotloden en het eerste wat ze schrijft is “STOM”. Het wordt letterlijk een tekening met een lach en een traan. Ook schrijft ze “liveste buurman” en ze tekent een poes die boven op de kast zit. Dunya is dol op de katten van Martijn. En bijna net zo dol op Martijn zelf. De volgende avond hoor ik de deur naast ons. Ik haast me naar de gang en spreek de vriendin aan die de katten ophaalt. Dunya moet nog even afscheid nemen van de poesjes. Dus ik trek haar letterlijk en figuurlijk uit bed, wat niet meevalt want ze is diep in slaap. Nog een beetje slaapdronken komt ze uit bed. De tekening voor Martijn gaat mee.

Doodgaan is stom
Op de begrafenis leer ik Martijn wat beter kennen. We hadden meer gemeen dan ik dacht en ik vind het jammer dat we dat niet hebben gedeeld. Zijn moeder zegt dat ze blij zijn met de tekening en dat ze het fijn vinden dat Dunya het ook stom vindt. Ja, dat had ze goed verwoord. Het is ook stom, dat iemand er zo plotseling niet meer is. Haar tekening ligt in de kist. Dunya is er even stil van als ik dat vertel. Als Dunya op school met haar oog tegen de rand van de klapdeur botst en helemaal overstuur is breek ik ook. Ik probeer mezelf nog te herstellen, maar het gaat niet. Ik geef haar snel een kus en laat haar over aan de juf. Als Dunya een week na het overlijden van Martijn haar zwemdiploma haalt zegt ze ’s avonds in bed: “Nu kan Martijn mijn zwemdiploma niet zien!” Ik streel even haar wang. “Martijn wist wel dat je vandaag mocht afzwemmen en hij was heel trots op je! Dat is toch het belangrijkste?” Ze knikt. Bij het ontwerpen van de uitnodiging voor haar verjaardag zegt Dunya: “Vorig jaar was Martijn op mijn verjaardag! Nu kan hij nooit meer op mijn verjaardag komen....”

Ontruiming
Vandaag wordt de woning van Martijn leeggehaald. Zijn zelfgemaakte spullen, meubels, zijn gasfornuis, koelkast en ook de trap die hij binnen heeft gemaakt naar de zolder. “Alles wordt nu teruggebracht in de oude staat!” zegt de beheerder. Ik zucht. Martijn was zo blij met zijn huis, zo trots op wat hij had bereikt en ik had er zoveel bewondering voor hoe hij een paleisje van zijn woning had gemaakt. Maar voor Martijn maakt het niet meer uit, dus ik probeer het los te laten.

Hier is niets meer
Er wordt gelachen hiernaast. Ik hoor hoe de mannen grapjes maken en ik wil het liefst heel hard op de muur bonken dat ze daar onmiddelijk mee op moeten houden. Er valt niks te lachen! En als we ook nog zien dat ze allerlei spullen zonder pardon in de container gooien, wil ik alleen maar weg. “Morgen is het leeg hoor!” zegt één van de mannen. “Raar” zeg ik. “Nog een prettige dag verder” zegt de man. Als ik de mannen naar beneden hoor gaan zie ik de deur van Martijn openstaan. Ik bedenk me geen seconde en ren naar binnen. Nog één keer binnen kijken. En dan weet ik het opeens zeker. Dit is zijn huis niet meer. Als ik me omdraai zie ik op de bank een kookboekje liggen. In een opwelling gris ik het mee. Ik moet opeens lachen en denk: “Ik voel gewoon dat Martijn lachend zijn duim opsteekt”.

Leuke herinneringen
De rest van de dag zit ik regelmatig in mezelf te lachen omdat er ineens weer leuke herinneringen boven komen. Dunya kwam graag bij hem over de vloer om te kletsen en om met de poezen te spelen. “Wat is dit?” vroeg hij verbijsterd de laatste keer dat ik hem op het balkon zag. Overal sirenes en ook door onze straat reden hulpdiensten met lachende kinderen erin. “Dat is elk jaar!” schreeuwde ik vanaf mijn balkon. “Zieke kinderen gaan een dagje naar Artis!” Hij fronste en schudde zijn hoofd. “Ik vind het niet zo leuk!” riep hij terug. Ik lachte. “Jawel joh! Die kinderen hebben de dag van hun leven! Dat is toch fantastisch!” De frons verdween. Zo had hij het nog niet bekeken. “Dat is wel waar!” riep hij en ging weer naar binnen. Of die keer dat Dunya een schreeuw gaf omdat ze niet wilde tandenpoetsen. Toen ze de deur van Martijn hoorde haastte ze zich om te gaan kijken. “Oh was jij dat?” vroeg Martijn. “Ik dacht dat het een tijger was!” Hilarisch natuurlijk en het tandenpoetsen ging daarna zonder problemen.

Zwembad van tranen
Maar na twee dagen gesleep en geboor en lawaai naast ons stort ik toch nog even in. En ik besef dat dat nog wel af en toe zal gebeuren. Dunya troost me en rent heen en weer met tissues en aait over mijn hoofd. “Ik ben ook verdrietig” legt ze uit “Maar van binnen”. Ik zeg dat dat prima is, maar dat huilen soms ook kan helpen. “Anders blijft je verdriet ook binnen en wordt het steeds groter en dan komt er na een poos een explosie van tranen. Er breekt een gilmlach door als ze zegt: “Een zwembad van tranen!”

Gamba’s
Ik laat Dunya het kookboekje zien. Ik vertel hoe ik eraan kom. “Staan daar die vissen in met die oogjes?” Ze kijkt me weer vol afschuw aan. De gamba’s die hij ooit voor ons heeft gemaakt staan haar nog vers in het geheugen. “Nog niet naar gekeken” lach ik. Ik blader in het boekje. “Martijn zou er ook om moeten lachen dat ik dit heb gedaan, toch?” vraag ik haar. Ze begint heel hard te lachen en geeft me een High Five. “Dat zou hij zeker!”

Op zoek naar een eigen identiteit

De geboorte van Dunya's zusje wordt gevierd  met beschuit met muisjes op school. Inschrijven middelbare school “U kom...