Jeugdduin 2
Een beetje witjes en stilletjes zit Dunya in de bus achter
het raampje. Ik knik haar bemoedigend toe. Ze is al zo vaak op kamp geweest,
maar die eerste dag blijft spannend. Bovendien is dit een ander kamp dan
voorheen. Dit jaar gaat ze naar de Kennemerduinen. Ik weet zeker dat het leuk
wordt. Ze gaat ervan genieten, ze maakt vrienden en vriendinnen en komt met
veel energie en enthousiaste verhalen terug. Maar voor het zover is moet ze dit
moment door. In een bus met onbekende kinderen, waarvan een aantal elkaar toch
al kent van school of uit de buurt, moet ze toch moed verzamelen. Als er maar
leuke kinderen zijn die met haar willen spelen. “Het is nog nooit gebeurd dat
je geen vriendinnen had!” stel ik haar gerust. Ik heb op aanraden van een
vriendinnetje van Dunya gekozen voor kamp Jeugdduin 2. Ik had nooit zo’n goed gevoel
bij dat andere kamp en dit ademt wat vriendelijker. De website alleen al, de
toon is anders, prettiger. Het blijven vrijwilligers, maar het gaat om de
manier van omgaan met kinderen en ouders. Dit voelt beter voor ons.
Tijgerbus voor Team Tijger
Dunya zit in de Tijgerbus en dat komt natuurlijk heel goed
uit na haar succesvolle actie voor Team Tijger afgelopen tijd. Terwijl ik met
een andere moeder sta te kletsen, zie ik een meisje met lange blonde haren
instappen. In een flits zie ik iets bekends. Ik gebaar naar Dunya die mij niet
begrijpend aankijkt. Ik wijs naar de ingang van de bus en ze rekt zich een
beetje uit om te kijken wat ik bedoel. Dan schiet ze omhoog, alsof ze ineens
een paar centimeter groeit. Roos schuift naast haar in de bank. Dunya krijgt
wat kleur op haar gezicht en lacht naar me. Ik steek mijn duim op en haal
opgelucht adem. Er is in elk geval één leuk meisje: haar oud-balletvriendin! Op
naar de Kennemerduinen!
Genoeg vriendinnen
Op kamp maakt ze nieuwe vriendinnen. Dat is superleuk. Ze
spelen in de duinen, zwemmen in het meer, wandelen langs het strand en vermaken
zich prima. Elke middag komt ze met een boos gezicht de bus uit. Ik zucht
inwendig de eerste dagen. Wat is er mis gegaan? Maar als ik vraag of het niet
leuk was zegt ze somber: “Jawel, maar ik ben moe!” Het eerste uur krijg ik er
niet meer uit dan dat. De eerste avond is ze vreselijk misselijk als ze uit de
bus stapt. Ik haal bij de drogist pilletjes tegen reisziekte. Nu is het klaar,
dit gaat niet goed zo. De volgende dag stapt ze zonder misselijkheid uit de
bus. Het werkt, zo’n half pilletje.
Actief en enthousiast
Nu de hitte plaats heeft gemaakt voor een aangename
temperatuur komen alle enthousiaste verhalen waar ze tot nu toe te moe voor was
los en ik ben in één klap overtuigd van het succes van dit kamp. Er worden
poffertjes gebakken, er wordt gezongen, gezwommen in het meer, levend stratego
en het douanespel gespeeld in de bossen en er wordt gewandeld door de duinen. Dit
kamp is een stuk actiever, met veel enthousiaster leiding dan we gewend zijn.
Tienertoerkamp
Ik had het vroeger een stuk zwaarder als ik op kamp ging.
Het liefst koos ik voor veiligheid, maar ik ging toch en dat vind ik met
terugwerkende kracht heel knap van mezelf. Dat waren geen dagkampen, maar
gewoon een week van huis, op Tienertoerkamp bijvoorbeeld. Daar voelde ik me
vaak wel alleen, maar had het toch ook wel naar zijn zin. Dunya heeft daar geen
last van. Als ze eenmaal door het eerste moment heen is gaat de rest vanzelf.
Ze legt makkelijk contact met kinderen en heeft in mum van tijd een groepje vriendinnen
om zich heen. Roos speelt veel met vriendinnen van school die mee zijn op kamp.
Dunya en ik zijn het erover eens dat het makkelijker is om nieuwe kinderen te leren
kennen en nieuwe vrienden te maken als je alleen bent. Je moet wel. Dat is toch
moeilijker als je met bekenden op kamp gaat. Logischerwijs klit je dan bij elkaar.
Op blote voeten
Op donderdag komt ze op blote voeten en met een grote
pleister op haar knie uit de bus. “Waar zijn je sandalen?” vraag ik. “In mijn
tas. Ze zijn heel vies.” Ik haal ze eruit. Los in haar tas, tussen de schone
reservekleding en broodtrommel. Het zand zit overal. Ik schud mijn hoofd. “Kon
je ze niet even afspoelen?” vraag ik. Dat kon niet, waarom niet heb ik niet
gehoord of begrepen, maar ik klop ze af en ze kan ze weer aan. De rest gaat wel
in de wasmachine. Het gaat nog eens goed mis met het altijd op blote voeten
lopen. Er komt een moment dat ze in een stuk glas stapt of een scherp steentje
in haar voet krijgt. Maar die horrorverhalen maken uiteraard geen indruk. Ik
hoop dat het niet gebeurt en anders moet ze het op die manier maar leren. Meer
dan waarschuwen kan ik niet doen.
Waarschuwen, zonder resultaat
Waarschuwen dat ze zich moet insmeren, waarschuwen dat ze
niet op blote voeten moet lopen, waarschuwen dat ze genoeg moet drinken. Deze
waarschuwingen slaat ze toch in de denkbeeldige wind. Toch zal ik als moeder
nooit afleren om te blijven waarschuwen. En zij zal niet leren om er naar te
luisteren. Als ze flink verbrand is smeert ze zich een paar dagen goed in.
Daarna is ze het weer vergeten of vindt het niet de moeite waard. “Een ander
meisje zei ook al: Tegenwoordig krijg je overal wel een beetje kanker van!” Ik
kan niet zo goed tegen dit soort opmerkingen, dus zeg ik: “Dus dan moet je
willens en wetens het risico maar vergroten door je te laten verbranden? Los daarvan
doet het ook vreselijk zeer toch?” Ja, dat is ze met me eens. Pas na drie dagen
kan ze weer zelf haar rugtas dragen. Maar ook deze waarschuwing blijft niet
lang hangen. Ik weet zeker dat ze dit volgende week weer vergeten is.
Laatste kamp dag
“Wat kan ik morgen meenemen voor de picknick?” vraagt Dunya
op donderdagavond. Pardon? Ik had geen idee dat ik iets moest maken en schuif
mijn bord spaghetti weg. Wat nu? Een pakje bladerdeeg in de vriezer en een blik
Halal-worstjes staat op de plank. Vooruit dan maar, provisorische
worstenbroodjes maken. Een half uur later heeft ze een trommel vol broodjes. De
laatste dag kamp. Dat wordt huilen na afloop. Dan een paar dagen tijd om bij te komen, niet meer racen om de bus te halen en daarna maken we ons
klaar voor een weekendje Eindhoven met Efteling-bezoek. Het dagkamp is
voorbij, maar de vakantie nog lang niet!