Contact
Laatst dacht ik dat ik Dunya eens moet uitleggen wat het Syndroom
van Down is omdat ze er toch makkelijk mee in contact kan komen. Dat dacht ik. Want Dunya heeft in haar
tien jaar nog nooit contact gehad met kinderen met Down. Dat dacht ik. En ik
dacht ook dat ze niet zo goed zou weten hoe ze daarmee om moet gaan. Vervolgens
vergat ik het weer. Totdat ze terugkomt van kamp en vertelt over een incident
in het zwembad. De trouwe volgers die me nog kennen van web-log.nl weten dat ik vroeger met een jongetje met downsyndroom werkte.
Zwembad
“Hoe was het in het zwembad?” vraag ik op dinsdagavond als
ze terugkomt van het vakantiedagkamp. “Er was een onbekende mevrouw die steeds
foto’s maakte van ons en dat vonden wij niet fijn” vertelt ze. Terecht lijkt
me. Ik wil ook niet dat onbekenden zomaar foto’s maken van kinderen en al
helemaal niet in een zwembad. In de meeste zwembaden is dat ook verboden dacht
ik. Een vriendinnetje was zo assertief om te vragen of die mevrouw daar mee op
wilde houden. “Ik mag foto’s maken van wie ik wil!” zei de dame in kwestie.
“Nee” antwoordde het meisje bijdehand. “Daarvoor moet u toestemming hebben van
ouders!” Zoveel weerwoord had ze niet verwacht en zelf had ze dat blijkbaar ook
niet en daarom gaf ze het eerste het beste kind een mep. “We schrokken heel
erg!” zegt Dunya. “Het is een meisje met Syndroom van Down!” zegt ze
verontwaardigd.
Syndroom van Down
Ik doe mijn mond open om iets te zeggen. “Dat heeft er
natuurlijk niks mee te maken” gaat ze verder. Ik doe mijn mond weer dicht.
“Maar ik vind het toch heel gemeen. Ze was helemaal overstuur! Hoe haalt ze het
in haar hoofd! Je slaat toch geen kind met het Syndroom van Down?” Ze wordt
weer boos als ze erover praat. “Maar kwam er geen leiding bij? Of medewerkers
van het zwembad?” vraag ik ongeduldig. “Jawel! Die mevrouw zei dat ze haar nat
maakte en dat ze daarom geslagen had. Toen zei de badjuf dat ze elke dag nat wordt,
omdat het een zwembad is!” Het einde van het verhaal was dat de foto’s gewist
moesten worden. De kinderen gingen verder met zwemmen en spelen.
Gewoon normaal
“Wat leuk dat er een meisje met Down Syndroom op kamp is”
zeg ik. “Hoe gaan jullie daar mee om?” vraag ik nieuwsgierig. “Gewoon, zoals
met alle kinderen” zegt Dunya. Ik knik goedkeurend. “Ze heeft geen enge ziekte
ofzo dat we anders met haar om moeten gaan dan met andere kinderen!” zegt Dunya
verontwaardigd. Oei, daar ga ik toch bijna de mist in. “Dat bedoel ik niet”
haast ik me te zeggen. “Ik heb met kinderen gewerkt met Syndroom van Down.
Sommige mensen gaan heel kinderachtig doen alsof ze zielig zijn. Daar was ik
even benieuwd naar.” Dunya haalt haar schouders op. “Ze is gewoon normaal en ze
is er elk jaar bij” zegt ze. Heerlijk dat ze dit zelf gewoon zo voelt. Ze heeft
er nooit iets over verteld en dat betekent alleen maar dat ze haar niet als
anders ziet.
AJAX
Vroeger schreef ik blogs over Bas (niet zijn echte naam) met
wie ik werkte op een basisschool. Hij heeft het syndroom van down en dus een
rugzakje waaruit ik betaald kon worden. Dat was voordat Dunya geboren werd. Elke
maandag namen we de voetbalwedstrijd van AJAX door. Af en toe sms’te ik mijn
broer om te vragen wat de uitslag van de wedstrijd was het afgelopen weekend.
Internet op mijn telefoon had ik nog niet. WhatsApp ook niet. Marco van Basten
was de bondscoach. Huntelaer was het idool van Bas. Ik zei dat hij als hij zo
goed was hij ook maar met Marco van Basten mee moest, die kon wel wat
versterking gebruiken dacht ik. Dat kon niet want Huntelaer was van AJAX en van
Basten van Oranje. Ik probeerde hem uit te leggen dat voetballers zowel bij
AJAX als bij Oranje konden voetballen. Elke week opnieuw. De blogs zijn helaas
gewist en niet meer terug te vinden op internet.
Speciaal Onderwijs
Ik ben benieuwd hoe het met Bas verder is gegaan. Maar het
contact is na de geboorte van Dunya verloren gegaan. In het begin werkte ik op
dezelfde school met een meisje met Syndroom van Down: Nikki. Zij ging na een
jaar naar het speciaal onderwijs. Ik zou ze beide graag terug willen zien om te
kijken hoe het met ze gaat. Het roept mooie herinneringen op, al was het echt
niet alleen maar makkelijk. Ik genoot wel van het werk en de verhalen. Nikki
praatte niet echt, maar kon zich zo goed uitdrukken. Bas kletste aan één stuk
door, maar zodra hij een moeilijke som moest doen ging hij zitten gapen.
Eén lijn
Tegen sommige dingen kijk ik nu ook anders aan dan toen. Ik
heb meer ervaring met kinderen die iets anders zijn dan andere kinderen. En ik
ben nu zelf moeder, waardoor ik de instelling van de moeder van Bas beter
begrijp. Het was vervelend dat we als school en thuis niet altijd op één lijn
stonden. Wij vonden dat moeder hem teveel pushte en dat ze wilde zorgen dat hij
op hetzelfde niveau bleef als de rest. Zij wilde dat hij zoveel mogelijk
meedeed en was wellicht bang dat hij te weinig uitgedaagd zou worden, omdat we
dachten dat hij het toch niet zou kunnen. De waarheid lag waarschijnlijk ergens
in het midden, zoals meestal zo is.
Niet gehoord
Nu begrijp ik moeder beter. Je wilt dat je kind zoveel
mogelijk oppikt waar het mee verder kan. Niet beneden zijn of haar mogelijkheden
werkt. Dat is ook heel herkenbaar. Dunya heeft bijna heel groep vier met groep
drie meegerekend, terwijl ze meer kon dan dat. Ik baalde daar enorm van en de
IB-er irriteerde zich aan mijn gevraag. Ik heb het na al die jaren voor elkaar
dat Dunya hulp krijgt. Als moeder van een kind met Syndroom van Down moet je
misschien nog harder aan de bel trekken om te voorkomen dat het wordt
onderschat. Ze zei altijd dat ze niet gehoord werd op school. Dat was niet zo,
maar ik kan me nu beter verplaatsen in haar gevoel.
Zomervakantie
Ik hoef niet meer na te denken hoe ik Dunya moet uitleggen
wat het Syndroom van Down is en hoe je daarmee omgaat. Sterker nog: ze gaat al
jaren in de zomervakantie om met een meisje met Down. En ze vindt het heel
normaal. Ze vindt het juist raar dat ik vraag hoe ze daarmee omgaat, want daar
staat ze niet bij stil. Ik zou het leuk vinden als ze er op school ook mee in
contact zou komen, omdat ik het ook voor de kinderen er omheen een verrijking
vind. Maar ik denk dat de meeste kinderen met Down naar het speciaal onderwijs
gaan.
Rugzakje
Wel komt Dunya veel andere kinderen die een denkbeeldig
rugzakje meesjouwen. Soms is dat niet makkelijk, zeker als je het niet aan
kinderen kunt zien. Ze lijken alles te hebben, maar gedragen zich anders. Doen
niet altijd aardig, weten niet hoe ze zich sociaal moeten opstellen. Dat vindt Dunya
wel moeilijk. Haar eigen rugzakje weegt dan extra zwaar. We praten veel over
waarom kinderen zich zo gedragen. Ik probeer Dunya ervan te overtuigen dat er
altijd een reden is voor het gedrag. Ze begrijpt dat wel, maar als de gymjuf
haar wegstuurt omdat ze eindelijk eens wat terugzegt tegen het kind, wordt de
boosheid en de frustratie alleen maar groter. Daar kan ik dan niet tegenop
relativeren. En dat begrijp ik dan ook wel weer. In elk geval heeft Dunya zelf
uitgevogeld hoe ze met kinderen met het Syndroom van Down om moet gaan,
namelijk heel gewoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten